Hoe zet je pijplijnen op in Azure DevOps?

Azure DevOps is een set tools en services die worden aangeboden door Microsoft voor het plannen, ontwikkelen, testen en implementeren van softwaretoepassingen. Azure DevOps Pipelines is een onderdeel hiervan. Hiermee kunnen geautomatiseerde CI/CD pipelines gemaakt en beheerd worden. Je kunt je code bouwen, testen en implementeren naar verschillende doelomgevingen. 

DevOps biedt twee belangrijke geautomatiseerde praktijken: Continue Integratie en Continue Implementatie. 

Azure
10 april 2024
Laura Wientjes

Wat is Continue Integratie?

Continue integratie is een ontwikkelingspraktijk waarbij ontwikkelaars regelmatig hun code voor een functie integreren in een gedeelde repository. Het succes van de integratie kan worden geverifieerd door een geautomatiseerde build en geautomatiseerde tests, hoewel het laatste niet verplicht is.

De belangrijkste voordelen van continue integratie zijn: 

  • Vroege detectie van fouten 
  • Gemakkelijk kunnen lokaliseren ervan.

Voorbeeld: er is een codebase voor software X en in de repository is er een hoofdbranch voor de oplossing X. Nu maakt een gebruiker A een nieuwe branch vanuit de hoofdbranch en maakt de wijzigingen voor een functie. Later checkt hij de wijzigingen in naar de nieuwe branch.

Zodra de wijzigingen voor de functies zijn voltooid, moet gebruiker A de wijzigingen van de nieuwe branch samenvoegen met de hoofdbranch en een build uitvoeren om te valideren dat de code intact is. Dit proces van het samenvoegen van de code van de functiebranch naar de hoofdbranch en het uitvoeren van de build met de samengevoegde code wordt continue integratie genoemd.


Inleiding tot Azure DevOps

Azure DevOps is een Software as a Service (SaaS) aanbod van Mircosoft. Het bidet end-to-end DevOps-tools voor het ontwikkelen en implementeren van software. Het biedt een breed scala aan services, waaronder: 

  • Azure Boards
  • Azure Pipelines
  • Azure Repos
  • Azure Artifacts
  • Azure Test Plans


Wat is een Azure pipeline?

Azure pipelines zijn een set van diensten in Azure DevOps die de mogelijkheid bieden om pipelines te creëren, uit te voeren, te monitoren en te onderhouden op het cloudplatform. Het is een cloud-, taal- en platformonafhankelijk CI/CD-platform met ondersteuning voor containers of Kubernetes. 

De build- en releasepipelines kunnen geautomatiseerd worden met behulp van de Azure-pipelines, wat veel tijd bespaart voor het team.

Kenmerken van de buildpipeline

Een aantal belangrijke kenmerken van de Build-pipeline wordt hieronder uitgewerkt. 

  • Platform- en taalonafhankelijk: Gebruikers kunnen het besturingssysteem van hun keuze gebruiken en ze kunnen beslissen welke taal ze willen gebruiken om de applicatie te bouwen.
  •  Azure extensies: Build-pipelines bieden toegang tot veel vooraf gedefinieerde buildtaken om de pipeline aan te passen op basis van de behoeften van de gebruikers, waardoor het team helpt bij het bouwen en unit testen van de code.
  • Ondersteunt deployment naar andere cloudleveranciers: Azure pipelines bieden de vrijheid om de gebouwde applicatie met behulp van Azure build-pipelines te implementeren naar verschillende cloudplatforms zoals Amazon Web Services (AWS), Google Cloud Platform (GCP), enzovoort.


Praktische uitvoering van een buildpipeline

1. Om build-pipeline te maken, moeten gebruikers de optie Azure-pipelines kiezen die aanwezig is op het dashboard, vervolgens op Pipelines.



2. Hier kunnen gebruikers de reeds aangemaakte pipelines zien of ze kunnen een nieuwe build-pipeline maken door de optie 'Nieuwe pijplijn' te selecteren.

3. De volgende stap is om de code te kiezen die de gebruikers willen bouwen. Azure Build Pipeline biedt opties om de oplossing te bouwen die aanwezig is in Azure Repos, Bitbucket, GitHub en andere op git gebaseerde repositories.



4. Nadat de gebruiker op het juiste repository heeft geklikt waar de code is opgeslagen, wordt de gebruiker gevraagd om de inloggegevens van het overeenkomstige repository in te voeren.

5. Vervolgens wordt ook aan gebruikers gevraagd om Azure DevOps toegang te geven tot het repository, om de oplossing op te halen en de build uit te voeren. Als het repository zich in dezelfde Azure DevOps-account bevindt, worden gebruikers niet gevraagd om stappen 4 en 5.

6. In de buildpijplijnwizard is de volgende stap het selecteren van een sjabloon voor het YAML-gebaseerde buildconfiguratiebestand. In deze stap worden gebruikers voorzien van sjablonen om mee te beginnen. Gebruikers kunnen het sjabloon kiezen op basis van hun behoeften.



7. Bij het kiezen van het sjabloon zullen gebruikers de laatste en definitieve stap nemen in het maken van de buildpijplijn, waar ze het YAML-configuratiebestand kunnen bekijken met de standaardnaam 'azure-pipelines.yml'.



8. Op hetzelfde scherm wordt de optie 'opslaan en uitvoeren' van de pijplijn aan de gebruikers gegeven. Bij het klikken op deze optie wordt er een modaal pop-upscherm geopend aan de rechterkant van het scherm, waar de optie wordt geboden om het azure-pipelines.yml-bestand in te checken bij de codeopslagplaats.



9. Na het klikken op 'Opslaan en uitvoeren' op het vorige scherm, wordt het bestand aangemaakt en ingecheckt bij de repository en zal de build ook starten.

10. De voortgang van de build kan worden bewaakt en de groene vinkjes naast elke taak op de samenvattingspagina geven aan dat de build-pipeline succesvol is uitgevoerd.



11. Nadat de build succesvol is uitgevoerd, wordt er een artefact gecreëerd dat de gecompileerde versie van de code opslaat die gepubliceerd moet worden.

Als gebruikers bepaalde taken in de build-pipeline willen bewerken, kunnen ze gebruikmaken van de bewerkoptie en de inhoud van de pijplijn aanpassen. Net als bij de optie 'Opslaan en uitvoeren', kunnen gebruikers na het bewerken de pijplijn opslaan en wordt deze ingecheckt bij de codeopslagplaats.

Conclusie

De functie Azure-pipelines ondersteunt YAML-gebaseerde build-pipeline waarmee gebruikers deze kunnen inchecken in de code-opslagplaatsen. Bovendien biedt het een optie om de build-pipeline te bekijken en te bewerken vanuit de browser. In het volgende blog gaan we gedetailleerd kijken naar de releasepijplijn in Azure DevOps.


Wil je meer informatie? Neem dan contact op.

Cookies
Deze site gebruikt geanonimiseerde cookies. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met het gebruik van cookies, of klik op "Aanpassen" om je voorkeuren te bepalen.
Deze site gebruikt geanonimiseerde cookies.
Akkoord Aanpassen Weigeren